Arne Tjomsland begon massaproductie

Arne Tjomsland begon massaproductie van houten dierfiguren: zijn souvenirs van ijsberen kenden een bestelling van 500 exemplaren tegelijk. Fraai gestileerd was ook zijn arctische muskusos. Niet gladgeschuurd, maar met een patroon van ragfijne streepjes, die de dikke vacht suggereren. Dik leer symboliseert de hoorns.

De arctische muskusos, tot het uiterste gestileerd door Arne Tjomsland.

De Noorse beeldhouwer Arne Tjomsland (7 februari 1915 – 1970) wist de ziel van het noordelijke dierenrijk te vangen in hout. Zijn gestileerde ijsberen, zeehonden en muskusossen behoren tot de iconen van het Scandinavische modernisme. 

Wat begon als ambachtelijke houtsnijkunst groeide uit tot massaproductie, zonder de zuiverheid van vorm en materiaal te verliezen. Elk beeldje ademt nog steeds de stilte van het poollandschap. Zijn werk belichaamt de essentie van Scandinavisch design uit de jaren vijftig van de vorige eeuw: zuivere lijnen, natuurlijke materialen en een ingetogen, haast poëtische eenvoud.

De kracht van een lijn

Tjomsland groeide op in een omgeving waar natuur en vormstudie hand in hand gingen. Zijn vader, Mikael Tjomsland, was taxidermist aan het Zoölogisch Museum van Oslo. Arne bracht er als kind talloze uren door tussen de opgezette dieren. Die directe omgang met dierlijke vormen en anatomie werd de voedingsbodem voor zijn latere oeuvre. Waar zijn vader streefde naar een zo realistisch mogelijke reconstructie, zocht Arne juist naar de essentie van vorm — de kracht van een lijn, de spanning van een houding.

In de jaren veertig en vijftig werkte Tjomsland als grafisch ontwerper en illustrator, onder andere voor het tijdschrift Bonytt, dat toonaangevend was binnen het moderne Scandinavische design. Hij ontwierp ook voor het pas opgerichte Kon-Tiki Museum van de Noorse ontdekkingsreiziger Thor Heijerdahl. Hier scherpte hij zijn gevoel voor archetypische eenvoud verder aan. Op aanraden van de goudsmid Torolf Prytz begon hij thuis een kleine werkplaats waar hij hout en walrustanden kon bewerken.

Tjomslands succes startte met het gestileerde beeldje van een ijsbeer.

Zijn eerste houten sculptuur uit 1954, een gestileerde ijsbeer, markeerde het begin van zijn bekendheid. De ijsbeer — compact, met afgeronde vormen en minimale details — belichaamde zowel de robuustheid van het Arctische dier als de zachte lijnen van modern Scandinavisch design. De eenvoud was bedrieglijk: elk beeld was tot in de nerven van het hout doordacht, met een subtiele spanning tussen gladde vlakken en levendige houttekening.

De populariteit van zijn ontwerpen groeide razendsnel. Toeristen in Noorwegen zochten tastbare herinneringen aan hun reis door het ijzige noorden. Tjomsland wist precies dat gevoel te vangen. SAS Scandinavian Airlines bestelde in één keer 500 exemplaren van zijn ijsbeer — een schaal die voor de individuele ambachtsman onhaalbaar was. Dat moment betekende zijn overgang van ambachtelijke productie naar industriële vormgeving.

Meubelfabriek nam productie over

Rond 1955 nam de Noorse meubelfabrikant Hiorth og Østlyngen in Skøyen (Oslo) de productie over. De samenwerking maakte het mogelijk om de sculpturen van Tjomsland in grotere aantallen te gaan vervaardigen: Arne Tjomsland begon massaproductie. De kunstenaar bleef wel toezicht houden op het ontwerp en de afwerking, zodat elk stuk de balans behield tussen serieproductie en artistieke precisie. Zo ontstond een vroeg voorbeeld van design dat de kloof tussen kunst en gebruiksvoorwerp overbrugde — een democratisering van de esthetiek.

Toch bleef Tjomsland experimenteren met verfijning. Zijn gestileerde muskusos is een treffend voorbeeld: dit keer niet gepolijst, maar met een patroon van ragfijne streepjes die de vacht suggereren en tegelijk het handwerk zichtbaar laten. Waar de ijsbeer stond voor zuivere eenvoud, toonde de muskusos een subtiel spel van ritme en textuur.

Arne Tjomsland begon massaproductie met ijsberen als deze.

In 1954–1957 reisde de tentoonstelling Design in Scandinavia door de Verenigde Staten en Canada, met ook werk van Tjomsland. Zijn dieren vonden daar gretig aftrek en werden iconen van een nieuwe, noordelijke moderniteit: warm, natuurlijk en menselijk in hun eenvoud.

Arne Tjomsland overleed in 1970, slechts 55 jaar oud. Hij liet een nalatenschap na die de grenzen tussen kunst, ambacht en design deed vervagen. Zijn gestileerde dieren groeiden uit tot symbolen van Scandinavische verfijning — stille getuigen van een man die de ziel van een ijsbeer wist te vangen in een blok tropisch hout, zoals teak, in Skandinavisch naaldhout, of in de tanden van de walrus.

Arctische os nu 1316 euro

De eens zo goedkope souvenirs van zijn dieren komen vandaag terug op veilingsites, waar forse bedragen voor worden gevraagd. Op de website 1stDibs wordt voor zijn ijsberen bedragen tussen de 1200 en 3400 euro gevraagd. Zijn arctische os uit 1959 staat er te koop voor 1316 euro. 

In de houtsnijkunst zijn het vooral de mensen en de dieren van de kerststal, die ook in massaproductie worden geproduceerd. Hoe fijner gesneden, hoe duurder de kleine figuren. Het bekendste voorbeeld is de firma Anri, opgericht rond 1912 door Anton Riffeser. Het bedrijf staat in het dorp St. Ulrich (Urtijëi) in het Grödnertal (Val Gardena), een streek in Zuid-Tirol met een eeuwenoude traditie van religieus houtsnijwerk. Nog steeds is het een vallei waar wereldberoemde Noord-Italiaanse houtsnijders hun figuren snijden. Niet piepklein meer, zodat ze passen in een Kerststal, maar levensgroot en levensecht. Val Gardena is een ‘bedevaartsoord’ voor liefhebbers van houtsnijkunst. Zo ver schopte Tjomsland het niet in Oslo.

Jan Bom, 5 oktober 2025