Het houten Dispilio-tablet 

Een houten tablet met tekens gedateerd tussen 5470 en 4850 voor Christus. Is het een voorbeeld van een heel vroeg schrift, uitgesneden ten tijde van de late Steentijd? Of is de ‘Dispilio-tablet’ een landkaart van een vroege nederzetting, in de provincie Kastoria, hoog in Griekenland? Het raadsel is nog niet opgelost.

Oudste lettertekens mensheid?

Het Dispilio-tablet zou dus ouder zijn dan het beroemde Kish kleitablet uit Mesopotamië, dat bestaat uit pictogrammen. Deze tekst dateert zo rond 3400 -3100 jaar voor Christus en is dus duizenden jaren jonger. 

Dat het Dispilio-tablet zo goed bewaard is gebleven is heel bijzonder. De nog niet ontcijferde tekens zijn in een organisch en vergankelijk materiaal als hout uitgehakt. Natuurlijk materiaal vergaat: is het niet door rotting, dan is het wel door houtworm. Deze tablet heeft de eeuwen echter kunnen doorstaan omdat het onder een laag klei en water heeft gelegen. 

Het wonder werd ontdekt tijdens een droge periode in 1932, toen het waterpeil in het meer lager stond dan normaal. Overblijfselen van houten palen onthulden sporen van de vroege nederzetting Dispilio.

In 1935 voerde archeoloog Antonios Keramopoulos een voorlopig onderzoek uit. De opgraving werd echter niet voltooid door het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Een systematisch opgravingsproject begon pas decennia later, in 1992, onder leiding van Georgios Hourmouziadis, hoogleraar prehistorische archeologie aan de Aristoteles Universiteit van Thessaloniki. Archeologen konden door het wegpompen van water aan het meer de overblijfselen blootleggen van deze uitgestrekte nederzetting uit het laat-neolithicum (ook wel de late Steentijd genoemd, toen de jagers-verzamelaars voor het eerst boeren werden). Het blijkt een van de belangrijkste en oudste vaste samenlevingen in Europa te zijn.

Bij de opgravingen werden duizenden voorwerpen gevonden, waaronder gereedschappen gemaakt van steen, botten en vuursteen, samen met botten van dieren. De ontdekking toont aan dat de inwoners zich bezighielden met jacht en visserij, maar dus ook al vee hielden. Het houten tablet kwam in 1993 plotsklaps boven drijven. Na het wegspoelen van de modder kwamen tien rijen van tekens tevoorschijn. Na het drogen van de tablet verloren de inkepingen wel grotendeels hun diepte.

Cederhout onder water

De tablet is uithakt in cederhout (Cedrus sp.), een conifeer waarvan het hout tot op de dag van vandaag buiten wordt gebruikt, onder andere voor schuttingen. Oorspronkelijk groeiden ceders op grote hoogte van duizend tot 1200 meter in de Mediterrane landen. In de Himalaya groeide deze boom zelfs tot 3.200 meter. Zeker is ook dat het stuk tablet een dwarsdoorsnede van een stam is. De jaarringen zijn nog steeds goed zichtbaar.

Het Dispilio-tablet is mogelijk een vroege vorm van geschreven woord, aangezien soortgelijke in klei gegraveerde symbolen zijn gevonden in de Vinca-cultuur in nederzettingen op de zuidelijke Balkan. De duidelijke symbolen op het houten bord, waarvan sommige ‘schriftgeleerden’ denken dat ze lijken op die van het Oudgriekse alfabet in een vroege vorm, zijn mogelijk een eerste vorm van geschreven communicatie.

A: de gevonden tekens op de Dispilio-tablet; B en C: tekens gevonden op eerste kleitabletten.

Nog niet ontcijferde tekens

Professor Hourmouziadis suggereert dat het geschrift, dat nog moeten worden ontcijferd, een verscheidenheid aan communicatievormen zouden kunnen zijn, inclusief symbolen voor het tellen van bezittingen.

De ouderdom van het houten tablet werd uiteindelijk na een carbon-14 onderzoek vastgesteld op het jaar 5202 voor Christus.

Een landkaart van het gebied over de tablet heen geprojecteerd.

Of is het de eerste landkaart?

Het is echter niet 100 procent zeker of de tekens op het tablet werkelijk een vroege vorm van schrift zijn. De ‘researcher’ Noah F. Lehmann bekeek een hoogtekaart van het terrein rondom de nederzetting en ontdekte opmerkelijke overeenkomsten. Volgens Lehman is de tablet dus eerder een ‘landkaart’ van het gebied dan een vroeg schrift. Wat deze vondst tegenspreekt is dat professor Hourmouziadus ook vergelijkbare tekens vond op resten van potscherven. Of waren dat versieringen? Het is niet waarschijnlijk dat ook het eetgerei in de prehistorie gebruikt werd om de weg door de bergen te vinden.