Wonderstones van gebrand hout, op elkaar gestapeld als cairns, de oude primitieve bewegwijzering in de bergen. Ze vormen met elkaar een gezicht, met een hoog opgestapelde haardos. Gesneden uit een restant industrieel vurenhout, bestemd voor de duurzame prefab houtbouw.

Wonderstones, het vooraanzicht van mijn beeld van gebrand vurenhout.
Vurenhout is vreselijk hout om als houtsnijder in te werken. Het splintert, bij een onvoorzichtige slag met guts en klopper kan er een enorme schilfer losspringen. De ‘huid’ is niet mooi glad te schuren, want er ontstaan gaatjes in het hout en zelfs scheurtjes. Ik wist niet wat ik met dit beeld moest beginnen, terwijl het toch eerst zo’n prachtig glad blok afvalhout was.

Het gladschuren van de enorme wandpanelen van cross laminated timber (CLT) bij de fabriek van Derix in Duitsland.
Ik mocht het hout voor niets meenemen, van een fabriek net over de grens in Duitsland die zich specialiseert in de productie van zogenaamde ‘cross laminated timber’ (CLT). Het zijn perfect gezaagde vurenhouten delen, zonder knoesten, die kruislings op elkaar worden gelijmd met een milieuvriendelijke lijm. Op deze manier ontstaat een bouwmateriaal dat net zo sterk is als beton, alleen veel minder weegt en niet milieubelastend is. Integendeel: in houten huizen wordt een enorme hoeveelheid CO2 opgeslagen: naaldhout zo’n 920 kilo per kuub hout.
Standaardwerk over plaatselijk hout
Ik deed research naar de toekomst van houtbouw in Nederland, waar deze prefab-panelen een cruciale rol in spelen. Ik ging mee op werkbezoek met Peter Fraanje, een specialist in Nederland op het gebied van houtbouw. Al voor de eeuwwisseling schreef hij het standaardwerk ‘Natuurlijk bouwen met hout’, dat ik van hem na digitalisering op de website voor duurzame ontwikkelingen P+ mocht plaatsen.
Daar, bij de Duitse fabriek van Derix, ontstaat heel wat afvalhout, bijvoorbeeld wanneer uit een paneelwand een deuropening of een raam wordt uitgezaagd. De restanten krijgen een bestemming, in de vorm van pellets voor houtkachels en energiecentrales. Maar toch, het is wel downgrading van een mooie, natuurlijke grondstof. Die prachtige stukken ‘afval’ maken heel begeerlijk. Wat kun je daar als beeldsnijder in hout van maken? Valt dit ‘afval’ ook te upgraden tot een kunstvoorwerp?

Wonderstones, het vurenhout in januari 2024, nog niet gebrand en ook nog niet onder een laag rode bolus verstopt.
Dat bleek dus in eerste instantie heel erg tegen te vallen. Snijden in het snel gegroeide vurenhout was één grote frustratie. Lelijk. Het niet glad te schuren uiterlijk gaf ik uiteindelijk een dikke laag ‘rode bolus’ (een mengsel van fijne klei en ijzeroxide), om daarna te kunnen vergulden. Dat kwam er nooit van. Zo’n groot beeld volledig met 24 karaat bladgoud bedekken associeerde ik te veel met de verering van het Gouden Kalf. Too much. Te duur, ook. Te patserig.
Zo stond het roodbruine kleiachtige beeld ruim anderhalf jaar in een hoekje in het trapportaal naar mijn werkkamer. Zo onopvallend mogelijk, ook al liep ik er elke dag ik weet niet hoe vaak aan voorbij.
Wonderstones brandde niet makkelijk
In de journalistiek is er een uitdrukking die aangeeft dat je omwille van de spanningsboog in een artikel de leukste weetjes en feitjes moet schrappen. Kill your darlings, heet dat. Op een regenachtige zomerdag besloot ik een mislukt experiment met lindehout te herhalen op dit blok vurenhout. Ik haalde mijn gasbrander weer uit de kast en stak achterin de tuin het beeld in de brand. Wat nog niet eens zo makkelijk ging. Bewoners van houten huizen hoeven zich echt niet ongerust te maken dat de massieve houten panelen van hun huis snel vlam zullen vatten. Daar moet je echt behoorlijk moeite voor doen.

Wonderstones, zijaanzicht, met vergulde ‘stenen’ waar het hoofd tegenaan rust: 43 cm hoog en 25 cm breed.
Onder de verkoolde toplaag bleek zich een wonder te verschuilen. Na het wegborstelen van al dat roet met een messing borsteltje bleken de jaarringen veel minder verbrand te zijn dan het zachte hout ertussen. De prachtigste houttekeningen kwamen naar boven, als een reliëf. De kruislings op elkaar gezette balken kwamen tevoorschijn in onverwachte breuklijnen. De huid van het beeld was na verbranding glad in de diepe delen en op andere plaatsen net zo verweerd als oude houten rijen met golfbrekers op de stranden van Zeeland. Het was Dendroism pur sang. Wat een verrassing.
Ik veranderde daarop de naam die ik al die tijd voor het beeld in gedachten had gehad. Het ietwat provocatieve ‘Stoned’ – als verwijzing naar de spirituele stapeling van stenen – werd nu ‘Wonderstones’. Een dik anderhalf jaar na de allereerste bewerking brandde ik met mijn pyrografie-pen die naam definitief in de voet van het beeld.
Jan Bom, 27 juli 2025.