Adriaen van Wesel werkte onder eigen naam 

Adriaen van Wesel werkte onder eigen naam. Hij bleef daardoor bekend, terwijl vrijwel al zijn collega’s uit de late middeleeuwen anoniem zijn gebleven. Ze werkten als ‘naamloze’ beeldhouwers in de ateliers van ‘meesters’.

Adriaen van Wesel werkte onder eigen naam. Hierdoor kan er geen misverstand bestaan over de maker van dit beeld van Sint Agnes.

Dat Adriaen van Wesel bij naam bekend is gebleven, terwijl de meeste van zijn tijdgenoten anoniem zijn, heeft te maken met een aantal uitzonderlijke omstandigheden. Hij was niet zomaar een houtsnijder, maar een maatschappelijk invloedrijk burger in zijn woonplaats Utrecht. Hij werd er ongeveer in 1417 geboren en zou er kort na 1490 ook weer zijn gestorven.

Van Wesel werd tot negen keer toe gekozen tot voorzitter van het zadelmakersgilde van Utrecht, waaronder ook schilders en beeldsnijders vielen. Hij zat ook in de stedelijke raad, wat uitzonderlijk is voor een kunstenaar uit die tijd. Hij werkte dus niet alleen als ambachtsman, maar was ook actief in het bestuur van de stad. Hierdoor komt zijn naam regelmatig voor in officiële documenten, gildeboeken en stadsarchieven.

Zijn stijl was herkenbaar en invloedrijk

Adriaen van Wesel verkocht zijn beelden onder eigen naam, bovendien. Hij kreeg belangrijke opdrachten van prestigieuze instellingen uit die tijd, zoals van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in ’s-Hertogenbosch en kerken in Delft, Utrecht, en Zwolle. Die contracten werden op naam gezet, zeker als het om grote opdrachten ging. Dat heeft bijgedragen aan het behoud van zijn naam in de bronnen.

Het feit dat er meerdere gesigneerde of gedocumenteerde beelden van hem zijn overgeleverd (zoals fragmenten van het Mariaretabel in het Rijksmuseum), hielp ook om zijn naam levend te houden. Vaak zijn het alleen de middeleeuwse kunstenaars waarvan zowel werk als archiefvermeldingen zijn bewaard, die wij nu nog bij naam kennen.

Tenslotte had Van Wesel een uitgesproken, herkenbare stijl. Hij gaf zijn beelden pruikachtige kapsels en neerhangende oogleden mee. Hierdoor kunnen kunsthistorici zijn werk van dat van anderen onderscheiden. 

Adriaen van Wesel gaf ‘zijn’ vrouwen een kapsel mee met prachtig vallend haar. Hier vanaf de zijkant van het beeld gezien, dat aan de achterkant plat is.

Een goed voorbeeld hiervan is zijn eikenhouten beeld van Sint Agnes, dat in zaal 0.1 van het Rijksmuseum staat. De heilige staat hier met gebogen rechterbeen naar voren, waardoor het bovenlichaam subtiel naar links overhelt. Met de rechterhand houdt zij bij de heup een prachtig gesneden kleed op. Met de linkerhand houdt zij dit kleed tegen zich aan. Ze heeft een iets peinzende uitdrukking. Maar het is vooral het weelderige haar dat opvalt, met een band van parels en rozetten. 

Altaarstukken over leven van Maria

Van Wesel verwierf grote faam met zijn altaarstukken, zoals dat voor de Sint-Janskathedraal te ‘s-Hertogenbosch. Dit altaarstuk, bestaande uit meerdere scènes uit het leven van Maria, werd geprezen om zijn levendige en vernieuwende uitbeelding van figuren en gebeurtenissen. 

Het sterfbed van Maria, een fors fragment uit een veel groter altaarstuk afkomstig uit de Sint-Janskathedraal te ‘s-Hertogenbosch. Nu in het Rijksmuseum te zien.

Hoewel het retabel in de loop der tijd werd ontmanteld, zijn verschillende fragmenten bewaard gebleven. Vijf van deze groepen bevinden zich nu dus in het Rijksmuseum in Amsterdam, waaronder “Maria met het Christuskind”, “De visitatie” en “Maria, Jozef en drie engelen”. En ookHet sterfbed van Maria“, waar ze omringd is door de twaalf apostelen.

Twee andere fragmenten zijn te zien in het Museum Het Zwanenbroedershuis in ’s Hertogenbosch.

Naast het Mariaretabel vervaardigde Van Wesel ook andere altaarstukken, zoals voor de Mariakerk in Utrecht (1470), de Nieuwe Kerk in Delft en het klooster Sint-Agnietenberg in Zwolle. Hoewel deze werken verloren zijn gegaan, zijn enkele beelden, zoals een “Kruisafname” in Berlijn en een “Heilige Familie” in Utrecht, mogelijk fragmenten van deze altaren.

Op de website van Wowwood staan tal van prachtige beelden van tijdgenoten die anoniem zijn gebleven, omdat ze werkten op de ateliers van ‘meesters’. Voorbeelden daarvan zijn de Meester van Elsloo’, de ‘Meester van Joachim en Anna’, de ‘Meester van Hakendover en het atelier van de maker van de wondertjes van gebedsnoten, Adam Dirksz.

Jan Bom, 4 juni 2025