Teun Hocks

Een man zit op de stronk van een boomstam en speelt op een zingende zaag. Alsof hij het omgezaagde bos beweent.

Teun Hocks, het werk ‘Zingende Zaag’ uit 2001 is door de kunstenaar op een ‘natuurplankje’ geplakt.

Het schilderijtje is een typische Teun Hocks (1947 – 2022). Op vrijwel al zijn werken heeft hij zichzelf afgebeeld, als een in de werkelijkheid verdwaalde man die aan onmogelijke opdrachten is begonnen. 

Zo bekijkt hij op een ander schilderij met stoffer en blik in de hand de sterrenhemel, klaar om alle neerdalende sterrenstof op te gaan vegen. Of hij staat op een trapje en steekt op een expositie zijn hoofd in een schilderij, om achter het beeld te kunnen kijken.

‘Alles bij elkaar wordt het wat’

Atypisch voor Hocks is de uitvoering van dit werk ‘Zingende Zaag’. Zijn bekendheid geniet hij door toepassing van gemengde technieken. Eerst schilderde hij op dik papier in zwart-wit een achtergrond. Dat kon bijvoorbeeld een zeelandschap zijn, met in de verte een wegvarend schip, met een forse rookpluim die uit de schoorsteen opstijgt. Met echte schelpen en emmertjes zand suggereerde hij een strand. Vervolgens fotografeerde hij zichzelf, vertwijfeld starend naar dat schip aan de horizon, met een enorm rokende pijp in het hoofd. Ouderwetse leren koffer voor zich. Die afbeelding drukte hij vervolgens ook weer in zwart-wit af op groot formaat fotopapier, waarna hij de foto transparant inkleurde met olieverf, opgebracht met zelf gefabriceerd wattenstaafje. 

Toen verschillende Nederlandse musea tegelijkertijd zijn werk toonden, zorgde hij zelf voor de meest beklijvende recensie: “Ik ben een gemankeerde decorontwerper, matig schilder en onhandig fotograaf, maar alles bij elkaar wordt het wat.” In interview kenmerkte hij zijn aanpak ook eens als “een geknutselde werkelijkheid. Het blijft een beetje theater.”

Voor alle omgezaagde bomen

De ‘Zingende Zaag’ wijkt qua techniek af van de rest van zijn oeuvre, wat het tot een bijzondere productie maakt. Het is een werk in een oplage van 150 stuks gemaakt, waarvan ik nummer 75 op kunstveiling.nl te pakken kreeg. Het werk was eerder onderdeel geweest van de kunstcollectie van werkgeversorganisatie VNO-NCW, zo blijkt op de verantwoording achter op het plankje. Hocks schilderde niet alle ‘zingende zagen’ met de hand in, maar paste dit keer een digitale druktechniek toe. Wel uniek is de vorm van elk werk, want elke afdruk werd passend gemaakt op een stuk ruwe plank met schors van een halve meter lengte.

De dubbele bodem van dit werk maakt ‘Zingende Zaag’ tot een heel bijzondere Hocks. De kunstenaar suggereert dat er heel wat afgezaagde boomstammen nodig zijn geweest om dit werk in deze oplage te kunnen maken. Het voegt een extra tragi-komische dimensie toe. Nederland was ooit een rivieren- en getijdenlandschap dat vrijwel volledig bebost was. Van al die bossen is buiten de huidige natuurgebieden niet veel meer over, nu elke vierkante meter economisch benut wordt door woningbouw, bedrijfsgebouwen, wegen of landbouw. 

100 jaar surrealisme

Zo wereldvreemd is Hocks dus ook weer niet, ook al is hij te boek komen te staan als een hedendaagse surrealist (inmiddels een kunststroming van meer dan een eeuw oud, met steeds weer nieuwe vertegenwoordigers, zoals de cineast David Lynch van ‘Twin Peaks’). Hocks werd zelfs met de Belgische kunstschilder René Margritte vergeleken, wat hij overigens nooit wilde bevestigen. In een interview: “Surrealisme, dat is toch al geweest? Ik ben er wel een bewonderaar van, en mijn werk ruikt er naar, maar ik wil er bij wegblijven.”

Een prachtige korte documentaire over Hocks werd gemaakt door Pieter Verhoeff, in de serie Hollandse Meesters. Verhoef toont Hocks aan het werk, inclusief gepieker en momenten dat er van alles misgaat. Hocks vergeet eerst de zelfontspanner van zijn camera te installeren, om vervolgens ook nog eens zijn zware zwarte bril bij de opname niet af te zetten. Tenslotte laat hij ook zijn zwaar rokende pijp uit handen vallen. “Shit. Oelewapper.”

Geen grote uitspraken

De openingszin van Hocks in deze film getuigt van grote bescheidenheid: “Ik doe zelf geen grote uitspraken over mijn werk. Ik vind dat het beeld dat moet doen.” Detail: op de gekozen muziek onder deze documentaire klinkt een zingende zaag. In een later fragment in deze film bespeelt Hocks in houthakkershemd gestoken de zaag zelf, in hetzelfde geschilderde landschap met omgezaagde bomen van dit kunstwerk (op 5:00 minuten).

Daarom op Wowwood.nl dit eerbetoon aan deze grote bescheiden kunstenaar, die zoveel humor in zijn werk stopte. Veel moderne kunstenaars die dit ook durven (of kunnen) zijn er niet. Wim T. Schippers is er een, Kamagurka en Herr Seele in België, en houtkunstenaar Stephan Balkenhol in Duitsland zeker ook, maar daar blijft het dan ook grotendeels bij. Met een vergelijking met de klassieke ‘stomme film’-komiek Buster Keaton heeft Hocks overigens minder moeite dan zijn verwantschap met Margritte. “Het zou mooi zijn als mijn werk daarbij in de buurt komt. Geweldig, die onverstoorbaarheid. Hij gelooft in wat hij doet. Iedereen ziet dat het misgaat, behalve hijzelf.”

Liever een goeie loser

Het is de menselijke ontoereikendheid, die Hocks tot thema in zijn werk heeft gemaakt. Bijna verontschuldigend: “En daar mag je best om lachen. Ik denk dat dat heel gezond is. Het is altijd leuker om naar een goeie loser te kijken dan naar een winnaar. Dat denk ik dan, stiekem.”

Van alle verschillende technieken waar Hocks gebruik van maakte, is houtsnijkunst er niet een. Maar omdat de ‘Zingende Zaag’ over bomen gaat en Hocks het werk op een houten ‘natuurplank’ met schors bevestigde, hoort dit kunstwerk toch thuis in deze persoonlijke eregalerie van houtkunstenaars, vind ik.

Om met Hocks zelf te spreken, na het aanbrengen van de laatste vegen olieverf op de strandfoto met wegvarend schip: “Nou, ik denk dat ik ‘m heb.”

De film van Pieter Verhoeff over Hocks

Hocks maakte zelf ook een filmpje waarin hij de zingende zaag bespeelt.